B

Bandbreedterente

Deze rentevorm is een mengeling tussen een variabele en een vaste rente. De rente geldt voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld 5, 10 of 15 jaar) waarbij vooraf een marge (bijvoorbeeld 1; 1,5; of 2%) wordt afgesproken. De effecten van rentedalingen en -stijgingen worden gedurende een afgesproken termijn gedeeltelijk doorgevoerd (afhankelijk van het percentage van de bandbreedte).

  • Stijgt of daalt de hypotheekrente minder dan de afgesproken marge dan gebeurt er niets.
  • Stijgt of daalt de hypotheekrente met méér dan de afgesproken marge, dan wordt dit meerdere aan u doorberekend.

Voorbeeld:

  • Afgesproken rente = 5%.
  • Afgesproken rentemarge = 2%.
  • Wanneer de rente met 3% stijgt, betaal je 1% extra, dus 6%.
  • Wanneer de rente daalt met 2,5%, betaal je 4,5%.

Deze hypotheekvorm is onder vele productnamen bekend.

Bankgarantie

In een koopovereenkomst wordt vaak bepaald dat de verkoper recht heeft op een waarborgsom ter grootte van 10% van de koopsom. Dit is om extra zekerheid te krijgen dat de verkoop daadwerkelijk door zal gaan. Het bedrag moet op de rekening van de notaris gestort worden, of er moet een bankgarantie ter grootte van dit bedrag worden overlegd.

Een bankgarantie kan aangevraagd worden bij de hypotheekverstrekker waar de hypotheekofferte geaccepteerd is. Soms kan dit ook bij een onafhankelijke partij of bij de eigen bank wanneer je voldoende geld op je rekening hebt staan. Pas als de hypotheekverstrekker zekerheid heeft dat de hypotheek in orde is, zal deze de bankgarantie afgeven aan de notaris.

In een bankgarantie verklaart de koper goed te zijn voor 10% van de koopsom. Hierdoor hoeft deze niet zelf 10% van de koopsom voor bepaalde tijd beschikbaar te stellen aan de notaris. Wanneer de verplichtingen uit de koopovereenkomst niet worden nagekomen, kan de verkoper de bankgarantie opeisen en is de garantiegever verplicht om 10% van de verkoopprijs te betalen aan de verkoper. De garantiegever verhaalt dit bedrag vervolgens weer op de koper. De kosten voor een bankgarantie bedragen 1% van het garantiebedrag met een maximum van € 500,-.

Voorbeeld: Koopsom € 200.000,- kk, 10% waarborsom € 20.000,-, kosten € 200,-.

Bankhypotheek

Er zijn drie inschrijvingsvormen van hypotheken in het Kadaster:

  • de bankhypotheek,
  • de krediethypotheek en
  • de vaste hypotheek.

Bij een bankhypotheek blijft de hypothecaire inschrijving gedurende de gehele looptijd van de hypotheek gelijk aan het overeengekomen bedrag. Wanneer de inschrijving hoger is dan het uitstaande hypotheekbedrag, kan de hypotheek tussentijds verhoogd worden zonder dat je opnieuw naar de notaris moet.

De bankhypotheek is tegenwoordig verreweg de meest gehanteerde inschrijvingsvorm. Zij dient voor de geldverstrekker als zekerheid voor de betaling van al wat de geldverstrekker van de hypotheekgever te vorderen heeft, ongeacht de wijze waarop de vorderingen zijn ontstaan (dus ook vorderingen van doorlopend krediet, persoonlijke lening en roodstaan).

Belastbaar inkomen (in box 1)

Het door de belastingdienst vastgestelde inkomen waarover inkomstenbelasting wordt geheven. Voor de vaststelling van het inkomen spelen behalve het inkomen uit arbeid (loon, salaris, enzovoort) nog andere factoren een rol. Dit kunnen bijtelposten (bijvoorbeeld bijverdiensten, auto van de zaak) of aftrekposten (betaalde hypotheekrente, studiekosten, et cetera.) zijn.

Beleggingshypotheek

Deze vorm kent twee varianten.

  1. De eerste variant bestaat uit een aflossingsvrije hypotheek en een beleggingsrekening. Met de beleggingsrekening bouw je door middel van een maandelijkse en/of éénmalige inleg het kapitaal op om op einddatum de aflossingsvrije hypotheek af te lossen. Met de inleg worden meestal één of meerdere beleggingsfondsen aangekocht. Aan de hand van een beleggingsprofiel wordt bepaald in welke mate je bereid bent risico te lopen en welk rendement je verwacht te behalen. Het eindkapitaal is nooit gegarandeerd maar afhankelijk van het behaalde rendement.
  2. De tweede variant bestaat uit een aflossingsvrije hypotheek gecombineerd met een beleggingsverzekering. Het kapitaal om de hypotheek af te lossen bouw je op door maandelijks een premie te betalen aan de verzekeraar eventueel gecombineerd met een aanvangsstorting. De premies worden vervolgens belegd in één of meerdere beleggingsfondsen van de maatschappij na aftrek van de poliskosten en eventueel de kosten ter dekking van het overlijdensrisico dat meeverzekerd kan worden.

Deze hypotheekvorm kun je niet meer afsluiten.

Bereidstellingsprovisie

Sommige geldverstrekkers vragen een vergoeding voor het verlengen van de geldigheidstermijn van een offerte in geval van gestegen rente. Bijvoorbeeld: een hypotheekofferte is 3 maanden geldig en kan met 6 maanden verlengd worden. Na 5 maanden passeert de hypotheekakte en de hypotheekrente is op dat moment hoger dan de rente in de offerte. Je krijgt dan een hypotheek tegen een rente zoals genoemd in de offerte, maar je dient wel 2 maanden bereidstellingsprovisie te betalen. Deze is meestal 0,25% per maand over het hypotheekbedrag en geldt meestal alleen in geval dat de rente gestegen is.

Bijleenregeling

Per 1 januari 2004 is een nieuwe beperking van de aftrek van de hypotheekrente in werking getreden, de zogenaamde bijleenregeling. De regeling geldt voor mensen die hun woning met winst verkopen en een andere woning aankopen. De netto opbrengst (verkoopprijs minus verkoopkosten) van de oude woning dient aangewend te worden bij de financiering van de nieuwe woning. Pas als daarna een hogere hypotheek nodig is, is de hypotheekrente over het verhoogde deel fiscaal aftrekbaar.

BKR-toetsing

Bij Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel worden alle kredieten geregistreerd. Betalingsachterstanden worden in het register opgenomen en afhankelijk van de ernst van de achterstand wordt hier een code aan meegegeven. De gegevens en eventuele achterstandcodes blijven tot 5 jaar ná afmelding van het krediet geregistreerd staan. Een hypotheekverstrekker vraagt bij het aanvragen van een offerte een toetsing aan en beoordeelt onder meer op basis hiervan uw moraliteit en kredietwaardigheid.

Bloot-eigenaar

Eigenaar van een zaak waarvan een ander persoon het recht heeft om de zaak te gebruiken, bijvoorbeeld het recht van vruchtgebruik op een woning is het recht om te verblijven in een bepaalde woning zonder daarvan eigenaar te zijn.

Bloot-eigendom

Beperking op het eigendomsrecht doordat het recht van het gebruik is overgedragen aan een ander. De eigenaar mag de blote eigendom verkopen, maar het vruchtgebruik blijft gehandhaafd en verlaagt de waarde.

Boedelscheiding

De verdeling van bezittingen en schulden die gemeenschappelijk eigendom waren. Tot aan het moment van boedelscheiding is er sprake van 'onverdeelde eigendom'. De boedelscheiding kan worden vastgelegd in een akte van scheiding en deling.

Boeterente berekening

Vrijwel alle geldverstrekkers hanteren voor tussentijdse aflossing van lopende hypotheken de contante waarde methode voor de berekening van de te betalen boeterente. Echter, zowel de formule als de manier waarop de dagrente en het boeteplichtige bedrag worden berekend verschilt per geldverstrekker. In de praktijk leidt dit tot grote verschillen in de hoogte van de boete.

Boeterente

Het bedrag dat in rekening wordt gebracht bij het vroegtijdig beëindigen van de overeengekomen rentevaste periode. De meeste hypotheekverstrekkers berekenen de boete op basis van de ‘contante waarde van het renteverschil’. Is de gehanteerde rente op het moment van aflossing lager dan de contractrente, dan lijdt de geldverstrekker renteverlies. De boete is dan meestal het verschil tussen de hogere en de lagere rente, gerekend tot aan het einde van de rentevaste periode. De wijze van berekening is divers en kan leiden tot grote verschillen.

Boetevrije aflossing

Het bedrag dat je jaarlijks mag aflossen zonder dat je boeterente betaalt. Vaak is dit 10 tot 20% van het oorspronkelijk geleende bedrag. Verder mag meestal boetevrij worden afgelost bij verkoop (behalve bij de meeste budgethypotheken) of bij het tenietgaan van de woning, overlijden van de schuldenaar, uitkering van de gekoppelde levensverzekering en op einddatum van de rentevaste periode.

Bouwdepot nieuwbouw

Bij een nieuwbouwwoning dient eerst de grond betaald te worden en vervolgens, naarmate de bouw vordert de bouwtermijnen. De hypotheek wordt op het moment van passeren bij de notaris voor het gehele bedrag afgesloten en in bouwdepot gezet. De grond en de reeds vervallen termijn worden op dat moment direct uitbetaald. Over het depot krijg je een rentevergoeding. Deze is soms lager dan de hypotheekrente die moet worden betaald over de opgenomen bedragen. De hypotheekrente die over het uitbetaalde bedrag is verschuldigd kan meegefinancierd worden in het bouwdepot waardoor er tijdens de bouw nog geen hypotheeklasten betaald hoeven te worden tot aan de oplevering. De ontvangen rente over de eigenwoningschuld dient eerst in mindering gebracht te worden op de betaalde rente, voordat deze in aftrek mag worden gebracht.

Bouwdepot verbouwing

Een gedeelte van het hypotheekbedrag, bestemd voor verbouwing, wordt in een depot gezet. Vanuit het depot worden betalingen verricht op basis van ingestuurde (verbouwings)nota’s. Over het bedrag dat aanwezig is in dit depot wordt rente vergoed (meestal gelijk aan de hypotheekrente). De ontvangen rente dient fiscaal in mindering gebracht te worden op de betaalde rente voordat deze in aftrek mag worden genomen in box 1.

Bouwfinanciering

De wijze waarop een nieuwbouwhuis wordt betaald: in termijnen. De hypotheek wordt op het moment van aankoop voor het gehele bedrag afgesloten en in depot gezet: het bouwdepot. Vanuit het depot worden de termijnen betaald. Eerst wordt de grond betaald en naarmate de bouw vordert volgen de resterende (bouw)termijnen. Over het bedrag dat aanwezig is in dit depot wordt rente vergoed (= veelal gelijk aan de gemiddelde hypotheekrente, soms minus 1%).

Bouwkundige keuring

Zie aankoopkeuring

Bouwrente

Bij een nieuwbouwwoning wordt door de verkoper een datum afgesproken waarop er rente betaald moet worden over de kosten van de grond en eventueel reeds vervallen termijnen van de aannemingsovereenkomst. Als de koop/aannemingsovereenkomst ondertekend wordt op het moment dat de grond en eventueel de vervallen bouwtermijnen reeds rentedragend zijn, zal de koop/aanneemsom met een bedrag aan bouwrente worden verhoogd en vormt dit een onderdeel van de totale koopsom. Nadat de koop/aannemingsovereenkomst is getekend tot aan het moment van passering van de hypotheekakte dient eveneens bouwrente vergoed te worden aan de verkoper. Deze rente is fiscaal aftrekbaar. Financiert u deze bouwrente mee in uw hypotheek dan is de hypotheekrente hierover niet fiscaal aftrekbaar.

Bouwtermijnen

De gedeelten van de koop/aanneemsom die volgens het contract voor een nieuwbouwhuis moeten worden voldaan.

Borgstelling

Hierbij verklaart een ander persoon dan de geldnemer, bijvoorbeeld een familielid, dat hij bereid is om voor (een deel van) de lening borg te staan. Vaak wordt de borg door de geldverstrekker mede hoofdelijk aansprakelijk gesteld. Als de geldnemer zijn betalingsverplichtingen jegens de geldverstrekker niet nakomt, kan de borg worden aangesproken voor de verplichtingen.

Box 1

Ons belastingstelsel kent sinds 2001 3 boxen. Box 1 is hiervan de belangrijkste. In deze box valt het inkomen en de eigen woning. In deze box vindt de verrekening plaats van de hypotheekrenteaftrek voor de woning die als hoofdverblijf dient. Dit gebeurt volgens een progressief tarief.

Box 2

Als je meer dan 5% aandelen van een vennootschap in bezit hebt, noem je dit een aanmerkelijk belang. Belast is het inkomen uit aanmerkelijk belang verminderd met de te verrekenen verliezen uit aanmerkelijk belang. Het saldo wordt belast.

Box 3

Alles wat niet in de eerste twee boxen valt, komt in Box 3. Meestal gaat het hierbij om bezittingen zoals spaartegoeden, beleggingen en onroerend goed (dat niet dient als hoofdverblijf) en om schulden zoals consumptieve leningen en een hypotheek op een tweede woning. De belastingdienst gaat uit van een fictief rendement over het saldo van je bezittingen en schulden op 1 januari van het jaar. Dit rendement wordt belast met 30%. Dit wordt de vermogensrendementsheffing genoemd.

Boxenstelsel

Bij de nieuwe belastingwetgeving 2001 wordt je inkomen ingedeeld in één van de drie boxen; het zogenaamde boxenstelsel. Elke belastingbox kent zijn eigen tarief.

Bruto jaarinkomen

De vaste delen van je inkomen waarover nog geen belasting is betaald. Meestal bestaat dit uit brutoloon of salaris, vakantietoeslag, 13e maand, eindejaarsuitkering of winstuitkering. Overige variabele inkomensbestanddelen tellen slechts mee voor zover deze als vast bestanddeel aangemerkt kunnen worden. Bij zelfstandigen geldt het gemiddelde bedrijfsresultaat van de afgelopen 3 jaren, waarbij het gemiddelde nooit hoger is dan het resultaat van het laatste jaar. Bij gepensioneerden bestaat het bruto inkomen uit het pensioen, AOW en eventueel lijfrente-uitkeringen.

Bruto maandlasten

De maandlasten van uw hypotheek waarbij nog geen rekening is gehouden met de fiscale voordelen van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente.

Bruto rendement

Is van belang bij hypotheekvormen waarbij het benodigde kapitaal bedoeld voor aflossing, wordt opgebouwd via een kapitaalverzekering of via beleggingen. Dit rendement is van belang bij het berekenen van de benodigde premie voor de kapitaalverzekering of de benodigde inleg op een beleggingsrekening in het geval van een beleggingshypotheek.

Gerelateerde artikelen over: Hypotheekwoordenboek

A

Aankoopkeuring  Een bouwtechnisch onderzoek naar de bouwkundige staat van een woning. In het keuringsrapport wordt melding gemaakt van bouwkundige gebreken, achterstallig...

C

Canon Een (meestal) jaarlijkse vergoeding over grond die in erfpacht wordt uitgegeven. De canon, mits structureel, is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting in box...