Winkelmakelaars moeten vaker “nee” verkopen in hún winkel
Geschreven door Ted Rommelse op 11 mei 2021Het is al weer veertien maanden nadat inmiddels demissionair minister president Rutte ons voor het eerst toesprak over Corona. En in die afgelopen veertien maanden is er veel geschreven over winkels. Héél veel! Verhuurders waren inflexibel, grote ketens stopten rücksichtslos met betalen, leegstand zou fors toenemen, faillissementsgolf zou komen, zou later komen en moet nog steeds komen.
Hoe ernstig Corona ook is voor onze gezondheid en de economie, het is een periode die niet gezien moet worden als dé gamechanger. De wijzigingen in ons koopgedrag zijn niet te wijten aan maatregelen tijdens de pandemie. De manier waarop we winkelen is namelijk al jaren aan het veranderen. Corona heeft het hooguit versneld omdat bijvoorbeeld nu ook 60-plussers massaal online winkelen.
Toekomstbeeld van winkelgebieden
Maar wat is dan dat toekomstbeeld? Vraag het verschillende experts en je krijgt verschillende antwoorden. De één roept dat binnensteden het afleggen tegen wijkwinkelgebieden (Buy Local is het nieuwe levensmotto). Anderen zien steden verdichten, mobiliteit veranderen en zien behoefte aan levendige aantrekkelijke centra die straks ook weer drommen toeristen trekken uit eigen land én uit den verre. (Misschien was de heropening van Primark in Rotterdam een teken aan de wand, een rij van tweehonderdvijftig meter lengte op de eerste dag).
In ons werkgebied is de gemeente Rotterdam al vanaf 2019 in gesprek met vastgoedeigenaren, horeca ondernemers, retailers en belangenvertegenwoordigers verenigd in de “Taskforce Retail” over de toekomst van winkelgebieden in de stad en de strategie om daar naar toe te werken.
Dit heeft geleid tot een breed gedragen “Gemeenschappelijk Toekomstbeeld”.
Stakeholders en convenant partners streven ernaar het definitieve toekomstbeeld deze maand te presenteren en een convenant te ondertekenen waarin onder andere ambities zijn opgenomen om:
retail gerelateerd vastgoed in te vullen met retail ondernemingen die een “toegevoegde waarde” hebben voor een gebied;
circa 100.000 m² retail gerelateerd vastgoed in winkelgebieden structureel in te vullen met een niet-retail functie die bijdraagt aan de ontwikkeling van een gebied;
kennis en ervaringen met het structureel invullen van retail gerelateerd vastgoed te delen;
Onze organisatie heeft bijdragen geleverd bij diverse actielijnen van de Taskforce en wij onderschrijven volledig de uitgangspunten en ambities die worden opgenomen in het convenant.
Gevolgen voor winkelmakelaars
Dit betekent dat wij als winkelmakelaar kleur zullen moeten bekennen en keuzes zullen moeten maken. Als iemand ons benadert voor de verhuur of verkoop van een winkel- / verkoopruimte, zullen we in de geest van het convenant kijken naar die klantvraag.
Is die locatie nog wel te verhuren of te verkopen als winkelruimte? Misschien is het beter voor het gebied om niet meer te verhuren aan een winkelier, maar om de winkel te verhuren aan een andere functie. Of sterker nog, wellicht is het beter de winkel te verkopen en te onttrekken om vervolgens te transformeren tot bijvoorbeeld een parterre woning! En wat nu als de ruimte wél te verhuren is als winkel, maar er dient zich een kandidaat aan die te weinig toegevoegde waarde biedt aan de omgeving?
Zodra je als makelaar een opdracht aanvaardt om te bemiddelen bij verkoop of verhuur, ga je een inspanningsverplichting aan om een klant te vinden voor de locatie. Als tussenpersoon heb je geen mandaat om namens de klant te beslissen en een huurder te weigeren, dus als makelaar zul je vaker aan de voorkant “nee” moeten verkopen.
Snel verhuren aan de achtste kapsalon of broodjeszaak in een straat voor wat cashflow moet niemand willen. Onze verwachting is dat met de juiste argumenten het gros van de winkeleigenaren zal inzien dat ook hij / zij gebaat is bij een levendige stad.
Wij hopen dat andere gemeenten het voorbeeld van Rotterdam volgen en dat alle winkelmakelaars vaker ‘nee’ gaan verkopen.